Wat betekenen al die termen?
Aanmaning: Een brief van of namens een schuldeiser waarin een termijn wordt gesteld waarbinnen u moet betalen.
Ambtshandeling: Werkzaamheden die de gerechtsdeurwaarder in het kader van zijn ambt verricht, zoals dagvaarden, het betekenen van exploten, beslag leggen, ontruimen, executoriaal verkopen etc.
Appèl: (ook wel: Hoger Beroep) Mogelijkheid om een zaak na een rechterlijke uitspraak voor te leggen aan een hogere rechter.
Beslag: Een officiële handeling van een gerechtsdeurwaarder waardoor een deel van het vermogen (inkomen, banksaldo, roerende of onroerende zaken etc.) wordt onttrokken aan de macht van de schuldenaar.
Beslagvrije voet: Het gedeelte van een periodiek inkomen (loon, uitkering, pensioen etc.) waarop geen beslag kan worden gelegd.
Betekening: Gerechtelijke bekendmaking van een officieel document aan de geadresseerde door middel van een exploot van een gerechtsdeurwaarder.
Bevel: Aanzegging door middel van een exploot van een gerechtsdeurwaarder om binnen een bepaalde termijn aan een executoriale titel (vonnis, dwangbevel, etc.) te voldoen. Na deze termijn kan de gerechtsdeurwaarder de titel tenuitvoerleggen.
Btag.: Besluit Tarieven Ambtshandelingen Gerechtsdeurwaarders. Besluit van de overheid waarbij jaarlijks de tarieven van ambtshandelingen van gerechtsdeurwaarders wordt vastgesteld.
Curator: Door de rechtbank aangewezen persoon, die zorgdraagt voor de verdeling van het vermogen van een schuldenaar in een faillissement.
Dagvaarding: Exploot van een gerechtsdeurwaarder waarbij de geadresseerde (gedaagde) wordt opgeroepen om op een bepaald tijdstip voor de rechter te verschijnen en waarin staat omschreven wat de verzoeker (eiser) van gedaagde verlangt.
Executie: De gedwongen tenuitvoerlegging van executoriale titels (beslag, ontruiming, afgifte etc.)
Executoriale titel: Geschrift vatbaar voor tenuitvoerlegging door een gerechtsdeurwaarder (Vonnis, dwangbevel, notariële akte etc.)
Faillissement: Situatie van betalingsonmacht waarbij door de rechtbank een curator wordt benoemd en de schuldenaar niet meer over zijn vermogen kan beschikken.
Gerechtsdeurwaarder: Door de Koning(in) benoemd openbaar ambtenaar belast met het verrichten van ambtshandelingen.
Hoger beroep: (ook wel: appèl) Mogelijkheid om een zaak na een rechterlijke uitspraak voor te leggen aan een hogere rechter.
Hoofdelijk aansprakelijk: Situatie waarin meerdere schuldenaren ieder voor de hele schuld aansprakelijk zijn.
Incassokosten: Kosten van buitengerechtelijke inning van een geldvordering.
Loonbeslag: Beslag op inkomen uit dienstbetrekking.
Ontruiming: Gerechtelijke huisuitzetting door een gerechtsdeurwaarder.
Politie-beslag: Beslag op roerende zaken waarvoor in aanwezigheid van een inspecteur van politie zal worden binnengetreden in een woning of bedrijfsruimte.
Stadionverbod: Bekendmaking bij deurwaardersexploot dat geadresseerde gedurende een bepaalde periode geen toegang heeft tot voetbalstadions en de toegangen en toegangswegen daarvan, tijdens en rondom wedstrijden van betaald voetbalclubs.
Schuldsanering: Buitengerechtelijke of gerechtelijke regeling tussen een schuldenaar en al zijn schuldeisers tot kwijting van zijn schuldenlast.
Uitvoerbaar bij voorraad: Dat betekent dat een rechterlijke uitspraak kan worden geëxecuteerd ook indien er hoger beroep of verzet is ingesteld.
Verstek: Veroordeling van gedaagde zonder dat deze in rechte is verschenen.
Verzet: Mogelijkheid om een zaak, na een bij verstek gewezen rechterlijke uitspraak, opnieuw aan dezelfde rechter voor te leggen.
Meer informatie