Het Besluit Gemeentelijke Schuldhulpverlening in de rechtspraktijk
Bijdrage van mr. Marc V. Hartjes
Sinds 1 januari 2021 is het Besluit Gemeentelijke Schuldhulpverlening in werking getreden. Na een overgangsperiode worden er door de kantonrechters van de verschillende rechtbanken gevolgen verbonden aan het wel of niet nakomen van de verplichtingen door verhuurders. Hoe gaan de rechtbanken er nu mee om en welke bewijzen zijn nodig voor een succesvolle vordering?
Het Besluit Gemeentelijke Schuldhulpverlening is in het leven geroepen in een poging om door middel van vroegsignalering beginnende schulden op te sporen en (schuld)hulpverlening in gang te zetten om zo het opstapelen van schulden te voorkomen.In dat kader zijn in het Besluit Gemeentelijke Schuldhulpverlening enkele verplichtingen opgenomen voor verhuurders, in navolging van soortgelijke verplichtingen voor energieleveranciers, drinkwaterbedrijven en zorgverzekeraars, die in andere wetten geregeld zijn.
De verhuurder is verplicht om de contactgegevens van de huurder en de hoogte van de achterstand te melden bij het college voor schuldhulpverlening als de eigen pogingen om de achterstand te voorkomen dan wel op te lossen zijn mislukt, de huurder is gewezen op mogelijkheden voor schuldhulpverlening, ten minste een schriftelijke herinnering is gestuurd en bij die herinnering is aangeboden om de gegevens te delen (en daarop niet afwijzend is gereageerd).
Na inwerkingtreding van het besluit hebben de rechtbanken een overgangsperiode gehanteerd om verhuurders in de gelegenheid te stellen een nieuwe werkwijze te implementeren. De overgangsperiode is nu geëindigd en de gevolgen van het niet nakomen aan de verplichtingen van het Besluit Gemeentelijke Schuldhulpverlening worden duidelijk.
Het is van belang om bij het instellen van een vordering om de huurovereenkomst te ontbinden en het gehuurde te ontruimen op grond van huurachterstand al in de dagvaarding de schriftelijke herinnering te overleggen. Als er überhaupt geen schriftelijke herinnering is gestuurd in het kader van het Besluit Gemeentelijke Schuldhulpverlening, zal de vordering tot ontbinding en ontruiming worden afgewezen.
Inmiddels vragen rechters ook de daadwerkelijke meldingen op en de datum waarop melding is gedaan bij het college voor schuldhulpverlening. Het verdient daarom aanbeveling om de meldingen al bij dagvaarding over te leggen, om geen onnodige vertraging in de procedure op te lopen of zelfs het risico te lopen dat de vordering wordt afgewezen omdat de melding niet is bewezen.
Het is dus van belang om alles wat in het kader van het Besluit wordt gedaan zo goed als mogelijk te documenteren. Wilt u advies over welke stukken u moet aanleveren voor een procedure of wilt u het hele incassotraject uit handen geven? Neem dan vrijblijvend contact met ons op via info@hoeden-mulder.nl of telefonisch via 020-597 55 55.